Catechismus  

 


Van de dankbaarheid, die men Gode voor de verlossing schuldig is

Zondag 32

Vraag en antwoord 86 Aangezien wij uit onze ellendigheid, zonder enigeverdienste onzerzijds, alleen uit genade, door Christus verlost zijn, waarommoeten wij dan nog goede werken doen?

Daarom, dat Christus, nadat Hij ons met zijn bloed gekocht envrijgemaakt heeft, ons ook door zijn Heiligen Geest tot zijn evenbeeldvernieuwt, opdat wij ons met ons ganse leven Gode dankbaar voor zijn weldadenbewijzen , en Hij door ons geprezen worde. Daarna ook, dat elk bijzichzelf van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij , en dat door onzenGodzaligen wandel onze naasten ook voor Christus gewonnen worden.

Vraag en antwoord 87 Kunnen dan die niet zalig worden, die, in hun goddeloosondankbaar leven voortvarende, zich tot God niet bekeren?

In generlei wijze; want de Schrift zegt, dat geen onkuise,afgodendienaar, echtbreker, dief, geldgierige, dronkaard, lasteraar, noch rover,noch dergelijke, het rijk Gods beërven zal.

Zondag 33

Vraag en antwoord  88In hoeveel stukken bestaat de waarachtige bekering desmensen?

In twee stukken: in de afsterving des ouden, en in de opstandingdes nieuwen mensen.

Vraag en antwoord 89Wat is de afsterving des ouden mensen?

Het is een hartelijk leedwezen, dat wij God door onze zondenvertoornd hebben, en die hoe langer hoe meer haten en vlieden.

Vraag en antwoord 90Wat is de opstanding des nieuwen mensen?

Het is een hartelijke vreugde in God door Christus , en lust enliefde om naar den wil Gods in alle goede werken te leven.

Vraag en antwoord 91Maar wat zijn goede werken?

Alleen die uit waar geloof , naar de wet Gods , alleen Hemter ere geschieden , en niet die op ons goeddunken of op.